Jezus... riep tot zich die Hij zelf wilde

De monialen luisteren eensgezind naar het woord van de Vader “Dit is mijn Zoon, mijn veelgeliefde, in wie Ik welbehagen heb” (Mat. 3,17) en nemen het liefdevol aan. Zij blijven voor altijd “met Hem op de heilige berg” (2 Petr. 1, 17-18). Met hun ogen vast op Jezus Christus gericht en omhuld door de wolk van de goddelijke tegenwoordigheid, zijn zij de Heer geheel en al toegedaan.

Zij vereenzelvigen zich in het bijzonder met de maagd Maria, de bruid en de moeder van de Heer en het model van de Kerk. Terwijl zij aan de gelukzaligheid van hen die geloven, deel hebben, vereeuwigen zij haar “ja” en haar aanbiddende liefde tot het Woord des levens. Samen  met haar worden zij een levende herinnering aan het maagdelijke hart van de Kerk.

De monialen, die ononderbroken “met Christus verborgen in God” (Kol. 3,3) leven, vervullen immers in de hoogste mate het geroepen zijn van geheel het christenvolk tot het contemplatieve leven en worden zo tot een lichtend voorbeeld van het rijk Gods, tot een sieraad van genade en een bron van hemelse genaden.

De contemplatieve monialen vereenzelvigen zich op een bijzondere, radicale wijze met Jezus, en met zijn paasgeheim, dat een dood is met het oog op de verrijzenis.

De clausuur in zijn concrete aspecten is een bijzondere wijze om bij de Heer te zijn, om deel te nemen aan de zelfverloochening van Christus door radicale armoede. Deze armoede manifesteert zich niet alleen in het zich ontzeggen van aardse goederen maar ook in de ontzegging van ruimte, van externe contacten en van zovele andere goederen van de schepping. Hierdoor verenigen de monialen zichzelf met het vruchtbaar zwijgen van het Woord aan het kruis.

In de waakzame verwachting van de komst van de Heer wordt de clausuur aldus een antwoord op de absolute liefde van God voor zijn schepsel en de vervulling van zijn eeuwige wens het schepsel in het geheim  van vertrouwheid met het Woord op te nemen. Dat is in de Eucharistie tot bruidgeschenk geworden  en verblijft in het tabernakel als het centrum van de volle gemeenschap van liefde met Hem. De moniale verbindt  zich hiermee waardoor zij haar hele leven voortdurend aan de Vader aanbiedt. Op het geschenk van  Christus-Bruidegom, die zijn lichaam aan het kruis heeft geofferd, antwoordt de moniale  op dezelfde wijze met het geschenk van haar “lichaam” verbonden met Christus, aan de Vader aan te bieden en hierdoor aan de verlossing mee te werken.

Naast aspecten als opoffering en verzoening heeft de afzondering ook een dimensie van dankzegging door de deelname aan de dankzegging van de geliefde Zoon aan de Vader . (van de Instructie Verbi Sponsa, Vaticaanstad 1999)